Vertaal
Vertalingen van start gaan NL>DE
van start gaan (ww.) anfangen (ww.) ; anheben (ww.) ; aufnehmen (ww.) ; beginnen (ww.) ; einsetzen (ww.) ; starten (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `van start gaan`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aanvangen
NL: beginnen
NL: starten